Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Gehazi nu, de jongen van Elisa, den man Gods, [47]zeide: Zie, mijn heer heeft Naaman, dien Syrier belet, dat men uit zijn hand niet genomen heeft, wat hij gebracht had; maar [zo waarachtig als] de HEERE leeft, ik zal hem nalopen, en zal wat van hem nemen! 47. Te weten, bij zichzelven, gelijk boven, vs.11, en Gen.20:11.